Op 2,3 en 4 december draaiden onze flitscamera’s overuren. Maar liefst 2714 voertuigen passeerden de camera. Een dikke 5% daarvan reed te snel. We gingen flitsen op plaatsen waar max. 50 km/uur toegelaten is, behalve in de Bosdreef, op het gedeelte waar je max. 30 km/uur mag rijden.

Voor de topsnelheid van 112 km/uur op de Kleine Molenweg zal de bestuurder zich moeten verantwoorden voor de rechtbank. Dat betekent sowieso een (behoorlijke) boete, een rijverbod van minstens 15 dagen en een grote kans dat hij/zij alle examens opnieuw moet afleggen. De eigenaar van het voertuig heeft immers nog niet lang een rijbewijs.


Op de Heidestraat leverde de gemeten topsnelheid van 90 km/uur eveneens een verantwoording voor de rechtbank op, een boete en een rijverbod van minstens 15 dagen. Voor 84 km/uur op dezelfde plaats zal de bestuurder een onmiddellijke inning van 251 euro ontvangen.


78 km/uur op de Antwerpsesteenweg is goed voor 185 euro, 75 km/uur op het Hoogeind levert een onmiddellijke inning op van 152 euro. Rij je op het Hoogeind 69 km/uur, dan betaal je 86 euro.


In het gedeelte van de Bosdreef waar max. 30 km/uur toegelaten is, is 58 km/uur al goed voor 185 euro.  

 

 

 Afbeeldingsresultaat voor stop cyberhate logo

  

Compromitterende foto’s, beledigende en kwetsende opmerkingen of bedreigingen … Jongeren worden dikwijls gepest via het internet. Geüploade filmpjes en foto’s, geposte berichten enz. verspreiden zich razendsnel en blijven ook oneindig lang “rondzwerven” in cyberspace. Hoe kunnen we dit ontdekken en wat kunnen we eraan doen?

 

Wat is cyberpesten en wat zijn de gevolgen?

Cyberpesten is de voortzetting van bestaand pestgedrag in de virtuele wereld. De gevolgen ervan zijn echter alles behalve virtueel en worden uitgesmeerd in ruimte en tijd. Een agressief of kwetsend bericht vindt al snel zijn weg naar het grote publiek via smartphones en sociale media. Terwijl pesterijen vroeger meestal beperkt bleven tot de schoolomgeving, worden gepeste kinderen en jongeren nu overal en voortdurend virtueel belaagd door hun pesters.

De mogelijkheden zijn ook eindeloos: al dan niet bewerkte foto’s of video’s die zonder toestemming van de betrokkene worden geüpload, vervelende berichten die op sociale media worden gepost, groepen of pagina’s die worden opgericht tegen een klasgenoot enz. Bovendien is de identiteit van de pesters moeilijk of niet te achterhalen en gaan dergelijke beelden en berichten een eigen leven leiden op het internet, ook al worden de oorspronkelijke gewist. En de pesters gaan vrijuit …

 

Hoe krijgen we er vat op en hoe kunnen we het voorkomen?

De school en de ouders spelen een erg belangrijke rol. Zij staan immers in voor de opvoeding van kinderen en jongeren en moeten hen leren om samen te leven. Hoe meer aandacht er op school is voor samenwerking en solidariteit, hoe minder er wordt gepest, zo blijkt. Kinderen moeten leren om te communiceren, met elkaar mee te leven, respect te hebben voor elkaar, geen geweld te gebruiken en … niet te doen op het internet wat ze in het echte leven ook niet zouden (mogen) doen.

Leerkrachten, opvoeders en ouders moeten openstaan voor signalen die erop kunnen wijzen dat een kind wordt gepest, een (mogelijk gepest) kind zijn verhaal laten doen en in de gaten houden wat kinderen allemaal doen op het internet. Dat is niet alleen belangrijk om vat te krijgen op de situatie, maar ook om kinderen en jongeren te begeleiden, te sensibiliseren en hen verantwoordelijkheidszin bij te brengen.

De site Stop cyberhate geeft allerlei concrete tips en nuttige links, zowel voor jongeren als voor ouders, leerkrachten en opvoeders.

 

 

Hoe kunnen we een einde maken aan cyberpesten?

Tips voor jongeren die gepest worden:


• reageer nooit op pesterijen via mail of sms. Zo moedig je de pesters niet aan;
• bewaar of print bewijzen van pesterijen, zoals mails, chatberichten en printscreens;
• probeer de pesters te identificeren zodat ze hierop kunnen worden aangesproken.

 

Als slachtoffer kan je:


• aan de pesters vragen of aan de beheerder van de site om de betreffende beelden of berichten te verwijderen;
• het misbruik melden: dit kan tegenwoordig bij de meeste sociale media;
• erover spreken met mensen op school of in je omgeving die je vertrouwt;
• de webhost op de hoogte brengen van ongepaste berichten en beelden en eventueel naar de politie stappen.

 

En verder

Technisch is het ook mogelijk om het gsm-nummer van de pester(s) te laten blokkeren via de eigen gsm of de gsm-operator. Je kan ook een filter in het mailprogramma instellen die mails van bepaalde adressen tegenhoudt en omleidt naar een bepaalde map of rechtstreeks naar de prullenbak van de inbox.


Kinderen en jongeren kunnen bovendien altijd terecht bij de organisatie Awel (de vroegere Kinder- en jongerentelefoon) via het gratis telefoonnummer 102, of via de site (mail, chat, forum).

 

Gerelateerde afbeelding

 

Bron: Secunews, Olivier BOGAERT, Politiecommissaris Federale Gerechtelijke Politie

 

 


Heb jij een brief, e-mail of telefoon gekregen van een incassobureau zonder dat je weet waarvoor? Dan ben je niet alleen. De Economische Inspectie van de FOD Economie wordt overstelpt door meldingen over frauduleuze incassobureaus. Ze zetten consumenten op een agressieve wijze onder druk om onterechte rekeningen te betalen.


In 2018 kreeg de Economische Inspectie 849 meldingen over valse incassobureaus. De eerste acht maanden van 2019 kreeg ze al meer dan 1.900 meldingen. Meer dan een verdubbeling ten opzichte van vorig jaar dus. In 240 van deze meldingen deelden de melders mee dat zij financiële schade geleden hadden, en dit voor een totaal van bijna 150.000 euro.

Hoe gaan deze oplichters te werk? 

De werkwijze van valse incassobureaus is meestal dezelfde. Nietsvermoedende consumenten worden telefonisch benaderd met een aanbod voor bijvoorbeeld de huur van een huisje, een goedkope reis, korting op producten of voor het innen van vermeende belastingschulden.
 
Vaak is er helemaal geen contract: consumenten hebben gezegd dat ze alleen informatie over de aanbieding willen ontvangen en hebben dus niet ingestemd met het aanbod. Maar soms zijn consumenten ook niet eens benaderd en gaat het dus om een compleet verzonnen contract.
 
Toch bellen de oplichters maanden of jaren later de consument op omdat er nog een rekening openstaat, die ondertussen opgelopen is tot honderden euro's. Consumenten worden herhaaldelijk gebeld, gemaild en voelen zich zwaar onder druk gezet om te betalen, zonder dat het incassobureau ingaat op de mededeling van de consument dat de rekening onterecht is. Uit de meldingen blijkt dat het taalgebruik steeds agressiever en dwingender wordt en dat de oplichters dreigen met bevoegdheden die ze niet hebben, zoals de inzet van deurwaarders of een beslaglegging.  


  "Een onbekende vrouw deelde mij telefonisch mee dat er een openstaande factuur was die binnen de drie dagen betaald moest worden, anders zou het dossier overgemaakt worden aan een deurwaarder. Het initiële bedrag was 100 euro, maar dit liep door allerlei administratiekosten op tot 481 euro. Ze luisterde niet naar mijn mededeling dat ik het schuldeisende bedrijf totaal niet ken en er zeker niets gekocht heb." - Karin (fictieve naam)


Wat kan je doen als je gecontacteerd wordt?

  • Kijk allereerst na of je het bedrijf kent en of je bij hen inderdaad een onbetaalde schuld hebt.
  • Een incassobureau moet altijd verplicht ingeschreven zijn bij de FOD Economie voordat zij hun activiteiten mogen uitvoeren. Ga hier na of het incassobureau ingeschreven is.
  • Is het incassobureau niet ingeschreven bij de FOD Economie? Betaal de rekening dan zeker niet, ook niet wanneer het incassobureau dreigt met hoge kosten, deurwaarders of andere maatregelen. Laat je niet onder druk zetten!
  • Hang de telefoon op wanneer het incassobureau je blijft lastig vallen. Indien je e-mails of brieven ontving, betwist die dan. De betwisting gebeurt het best per e-mail met ontvangstbevestiging of per aangetekende brief, waarin je al jouw argumenten aanhaalt. Je kunt een modelbrief op onze website terugvinden.
  • Weet dat een beslaglegging alleen via een deurwaarder en niet via een incassobureau kan gebeuren. De inbeslagname van meubilair/goederen kan enkel na de officiële betekening van een dwangbevel door de deurwaarder bij je thuis. Zij wordt nooit per e-mail verzonden.


Toch betaald?

  • Licht jouw bank zo snel mogelijk in.
  • Meld valse incassobureaus op het Meldpunt van de FOD Economie via https://meldpunt.belgie.be. Kies voor "Factuur / betalingsverzoek / betaling" en vervolgens voor "Aanmaningsbrief ontvangen van incassobureau, advocaat of gerechtsdeurwaarder" en je krijgt aan het einde van jouw melding meteen advies en informatie over welke stappen je nog kan ondernemen en wie je daarbij kan helpen.
  • Doe aangifte bij de Lokale Politie in je buurt.

Bron: FOD Economie

 

 

Wil je graag politie-inspecteur worden? En wil je snel starten? Dankzij Fast Track doorloop je de selectieproeven tussen 3 en 14 februari en start je op 1 april aan de opleiding. Meer nog: wij helpen je voorbereiden op de selectieprocedure en het nodige papierwerk in orde te maken. Neem snel contact op via This email address is being protected from spambots. You need JavaScript enabled to view it.! Inschrijven kan tot 19 januari.

 

 

 

 

Tijdens de wintermaanden zien we vaak een toename in het aantal woninginbraken en diefstallen uit voertuigen. Wij leveren extra inspanningen door controleacties uit te voeren en te patrouilleren in inbraakgevoelige wijken. De politie kan echter niet overal tegelijk aanwezig zijn. Daarom willen wij graag een beroep doen op jou als inwoner. Jij weet het best wat er verdacht is in jouw buurt. Meestal ken jij de voertuigen van jouw buren of mensen die er regelmatig op bezoek komen, maar ook hun gedrag en gewoonten. Sociale controle is het beste wapen in de strijd tegen inbraken. Merk je iets dat niet klopt, verwittig ons dan meteen.


Iets verdachts gezien? Bel 101

Aarzel niet om 101 te bellen als je iets verdachts opmerkt. Dan kunnen wij onmiddellijk nazicht doen en is de pakkans groter. Telefoontjes van alerte burgers hebben al meermaals geleid tot het oppakken van verdachte personen. Wacht niet tot de volgende dag om ons te verwittigen. Dan zijn de verdachte personen al lang gaan lopen.

Het noodnummer 101 is 24/24u bereikbaar en staat in rechtstreeks contact met onze ploegen op het terrein. Mails of berichten via Facebook of Twitter worden niet permanent opgevolgd en zijn dus niet geschikt voor dringende meldingen. Blijkt er achteraf toch niets aan de hand, hebben wij het tenminste kunnen checken.


Wat is verdacht?

  onbekenden die rondlopen in de buurt van jouw woning of die van de buren;
  onbekenden die woningen of voertuigen in de gaten houden;
  vreemde gedragingen van onbekende personen in jouw buurt;
  onbekenden die aanbellen en vreemde vragen stellen;
  een onbekend voertuig dat traag rijdt en waarvan de inzittenden bijzonder veel aandacht hebben voor woningen of geparkeerde voertuigen.

Wat meld je?

Geef zoveel mogelijk informatie door:

  de juiste plaats en omstandigheden waarin de gedragingen zich voordoen;
  beschrijving van de betrokken personen: aantal, geslacht, leeftijd, huidskleur, postuur, lengte, kleding, opvallende
       kenmerken (littekens, tatoeages, juwelen, ...);
  beschrijving van het voertuig: nummerplaat, type voertuig, kleur, merk, opvallende kenmerken (belettering, stickers,
       schade,...);
  looprichting van de persoon of rijrichting van het voertuig;
  indien je voetsporen of andere sporen vindt, raak deze dan niet aan. Hou huisdieren op afstand en bescherm de
       voetsporen door bijvoorbeeld een doos over de voetafdruk te plaatsen.

 

Bedankt om mee uit te kijken!

 

 

In de afgelopen 10 jaar is het aantal ongevallen met een bestuurder onder invloed van alcohol met 20% gedaald. Toch waren er in 2018 nog steeds meer dan 4000 ongevallen met een bestuurder onder invloed van alcohol met doden of gewonde. Gemiddeld gaat het over ongeveer één letselongeval elke twee uur. Het blijft dus nodig om elke bestuurder te overtuigen om helemaal geen alcohol te drinken als je nog moet rijden. De slogan van de nieuwe BOB-campagne luidt dan ook ‘BOB. Altijd nul op.’


Problematiek van alcohol achter het stuur

11 ongevallen per dag met bestuurder onder invloed van alcohol

In de afgelopen 10 jaar is het aantal ongevallen met een bestuurder onder invloed van alcohol met 20% gedaald, zo blijkt uit een analyse van Vias institute. Desondanks waren er in 2018 nog steeds meer dan 4000 ongevallen met een bestuurder onder invloed van alcohol met doden of gewonden, gemiddeld gaat het over ongeveer één letselongeval elke twee uur. Meer dan 5200 mensen raakten daarbij gewond.
Alcoholgebruik heeft verschillende negatieve effecten op het rijgedrag: remmingen vervagen, de concentratie neemt af, de reactiesnelheid neemt af, bestuurders gaan meer slingeren, hun snelheid schommelt meer en een vorm van slaperigheid kan optreden. Toch denken bestuurders vaak dat ze nog steeds perfect in staat zijn om onder invloed van alcohol te rijden, wat te wijten is aan een vorm van overmoed.

Risico op een ongeval tot 200x hoger

Een andere vaststelling is dat bestuurders die onder invloed van alcohol rijden, meestal veel te veel gedronken hebben. Dat heeft uiteraard gevolgen voor de verkeersveiligheid. Je risico op een ongeval wordt groter, ook al heb je maar enkele glazen op. Meer dan 4 op de 10 bestuurders die bij een ongeval betrokken zijn, hebben zelfs een alcoholgehalte in het bloed van meer dan 1,8 ‰, of 3,5 maal de toegestane limiet.

Bij een verkeersongeluk lopen bestuurders met zo'n hoog alcoholgehalte ongeveer 200 keer meer kans om te overlijden dan nuchtere bestuurders. Dit is enerzijds te wijten aan het verhoogde risico op ongevallen en anderzijds aan de verwondingen die ernstiger zijn. Bestuurders die onder invloed van alcohol rijden, rijden namelijk vaker ook te snel en dragen bijvoorbeeld minder vaak de veiligheidsgordel.

BOB al bijna een kwart eeuw trouw op post

Al bijna een kwart eeuw staat BOB in ons land symbool voor de strijd tegen het drinken en rijden. Meer dan ooit blijven deze campagnes van essentieel belang om de maatschappelijke afkeuring ten opzichte van dronken bestuurders te vergroten.
In veel landen, met name in de Scandinavische landen, is de combinatie van niet- rijden en drinken een afgesproken "culturele code".
Er is een sterke sociale druk om niet onder invloed van alcohol te rijden. In België is die attitude nog niet voldoende aanwezig. Zo blijkt uit een Europese enquête dat 1 op de 4 Belgen (24%) niets zegt tegen een persoon die van plan is te gaan rijden, nadat hij te veel gedronken heeft. Er blijft dus nog veel werk aan de winkel om onze mentaliteit te veranderen en ervoor te zorgen dat bestuurders altijd nuchter zijn.


Nieuwe campagne : ‘BOB. Altijd nul op.’

Tijdens deze wintercampagne ‘BOB. Altijd nul op.’ benadrukken de VSV (Vlaamse Stichting Verkeerskunde), Brussel Mobiliteit, AWSR (Agence wallonne pour la Sécurité Routière), Assuralia (de beroepsvereniging van verzekeringsondernemingen), de Belgische Brouwers en Vias institute dat je pas echt helemaal BOB bent, als je niets gedronken hebt.

De boodschap van de BOB-campagne zal te zien zijn op affiches langs de weg in heel het land, maar ook op bussen van de MIVB in Brussel en De Lijn in Vlaanderen. Ook in talloze horeca-gelegenheden zullen weer tienduizenden bierviltjes liggen met de campagneslogan.

Een radiospot zal tussen 18 en 31 december te horen zijn op Radio 2 en StuBru en via de sociale media kanalen van BOB zal een campagnevideo verspreid worden. Die speelt in op de populariteit van de BOB-sleutelhanger. Na bijna 25 jaar is die BOB-sleutelhanger nog steeds de ultieme beloning voor wie bij een controle negatief blaast.

Je hebt tijdens deze campagne veel kans om zelf zo’n BOB-sleutelhanger te verdienen want de politie zal tijdens deze campagne weer massaal controleren. Dat geldt zeker tijdens het ‘weekend zonder alcohol’. Van vrijdagavond 10 januari tot zondag 12 januari zal de politie nog prominenter bestuurders controleren op alcohol achter het stuur.


Bron: BOB